Medicatie instellen, volgen en afbouwen
We helpen het liefst zonder medicatie. Maar als het toch nodig is, zoeken onze psychiaters en artsen naar het best passende medicijn in de juiste hoeveelheid. Dat noemen we ‘instellen’. Dat is altijd onderdeel van een behandeling en persoonlijk maatwerk omdat iedereen weer anders reageert op medicijnen. Als de juiste instelling is gevonden, wordt het medicijngebruik gevolgd. In de loop van de tijd kan er immers iets veranderen. Bijvoorbeeld in de omgeving van de cliënt, in zijn reactie op het medicijn of in zijn ontwikkeling. Verpleegkundig specialisten, artsen en medisch specialisten maken deel uit van onze multidisciplinaire teams om te zorgen dat de medicijnen goed passen binnen de behandeling. Tijdens het volgen van het medicijngebruik speelt altijd de vraag: ‘Wanneer kunnen we stoppen’. En wanneer de medicatie wordt afgebouwd is het belangrijk om alert te zijn op de gevolgen voor de cliënt.

Wie doet wat?
Het instellen, volgen en afbouwen van medicatie, gebeurt altijd door een arts. Een psychiater is het meest gespecialiseerd, maar ook artsen en verpleegkundig specialisten kunnen medicijnen voorschrijven en het gebruik ervan volgen of aanpassen.

Artsen
De samenwerking met artsen (ggz-arts, kinderarts, jeugdarts, huisarts) en verpleegkundig specialisten is gebaseerd op vertrouwen. Wanneer een cliënt is ingesteld dan draagt de psychiater het volgen van het medicijngebruik over aan de huisarts, zodra dat verantwoord is. En omgekeerd: wanneer een huisarts inschat dat er gespecialiseerde deskundigheid nodig is, dan verwijst hij zijn cliënt naar de psychiater voor begeleiding. Dat geldt met name ook voor het afbouwen: vaak is daarbij het specialisme vereist van de psychiater.

Consultatie
De consultatiefunctie betekent dat onze specialisten graag meekijken en meedenken. Ggz behandelaren, artsen en wijkteams, én cliënten van Jeugd ggz en hun ouders mogen altijd vragen stellen aan onze behandelaren.